Hoe kan de beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling worden versterkt?

Met nog slechts vijf jaar te gaan tot de deadline voor het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) staat België, net als andere landen wereldwijd, voor aanzienlijke uitdagingen. Een recent rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) biedt een grondige analyse van België's federale inspanningen op het gebied van beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling (PCSD).
De evaluatie komt er op vraag van het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (FIDO) en kadert binnen een breder Europees project om PCSD te versterken. Na een fase van documentatieonderzoek werd een eerste versie van het rapport tijdens een workshop in maart voorgelegd aan de belanghebbenden (vertegenwoordigers van federale overheidsinstanties en federale adviesraden). De resultaten zijn in dit rapport verwerkt. Het rapport zal nog worden besproken met de andere Europese landen die aan dit project hebben deelgenomen (Ierland en Portugal) tijdens een conferentie in september.
Sterke punten van België
|
|
Coördinatie en sociale participatie
Dit juridische kader maakt een aanpak van duurzame ontwikkeling op het niveau van alle overheidsinstanties mogelijk. Daarnaast bevorderen verschillende coördinatiemechanismen de samenhang en de integratie van duurzame ontwikkeling in het beleid.
Bovendien wordt er gestreefd naar maatschappelijke participatie. Beleidsvorming gebeurt in samenspraak met burgers, ondernemingen en maatschappelijke organisaties via consultaties en adviesprocedures.
Uitdagingen
Het rapport brengt echter enkele knelpunten aan het licht wanneer de resultaten worden vergeleken met de aanbevelingen van de OESO op het gebied van PCSD. Ondanks een sterk wettelijk kader, is er een kloof tussen de beleidsvorming en de uitvoering. Uitdagingen hierbij zijn onder meer de toename van plannen en coördinatiemechanismen, deels als gevolg van een gedecentraliseerde bestuursstructuur, wat leidt tot versnippering en een gebrek aan samenhang in het beleid.
De coördinatie van de verschillende beleidsinitiatieven zou bovendien verbeterd kunnen worden; er is namelijk weinig interactie tussen het parlement en de uitvoerende macht over duurzame ontwikkeling, de SDG’s en PCSD. Daardoor worden ze beperkt door regeringsakkoorden en houden zij bij het bepalen van beleidsprioriteiten niet systematisch rekening met de SDG’s.
Bovendien worden bestaande instrumenten, zoals regelgevingsimpactanalyses (RIA’s), vaak als een formaliteit gebruikt in plaats van doordachte toepassingen van een langetermijnvisie gebaseerd op gegevens en bewijs over de impact van beleid en regelgeving op het behalen van de SDG’s. De nalevingscontroles en handhaving zijn ook beperkt en de impact van het beleid op de SDG's en op andere landen wordt niet systematisch geëvalueerd.
Aanbevelingen
Het rapport adviseert om in te zetten op meer beleidssamenhang door duidelijke politieke keuzes te maken en een centrale instantie met een coördinerende rol te voorzien. Hierbij stelt de OESO voor om zes beleidsprincipes die overeenkomen met de verschillende fasen van de beleidscyclus te integreren:
- Bij de strategieformulering wordt aanbevolen sterk en inclusief politiek leiderschap te tonen, met duidelijke communicatie over doelen en prioriteiten. Het rapport benadrukt dat expliciete politieke keuzes en zichtbare prioritering van duurzame ontwikkeling cruciaal zijn.
- In de planningsfase is het van belang een LTV in acht te nemen die beleidsdomeinen integreert. Dit ondersteunt het advies om versnippering tegen te gaan door de rol van een centrale coördinerende instantie, zoals ICDO, te versterken.
- Voor de budgettering wordt aanbevolen dat alle beleidsmaatregelen en begrotingen systematisch worden getoetst op hun bijdrage aan de duurzame ontwikkelingsdoelen, zodat middelen effectief worden ingezet en tegenstrijdigheden worden vermeden.
- De betrokkenheid van stakeholders dient breed en effectief te zijn. Transparantie en participatie worden benadrukt, zodat burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties toegang hebben tot informatie en inspraakmogelijkheden via consultaties en adviezen.
- Tijdens de implementatie is goede coördinatie tussen verschillende overheidsniveaus en actoren essentieel om versnippering te voorkomen en een samenhangend beleid te realiseren.
- Ten slotte vraagt de monitoring en evaluatie om een systematische, kwalitatieve en kwantitatieve opvolging van beleidsresultaten. Dit omvat:
- het scherp stellen van meetbare doelen;
- voorafgaande toetsing van wetgeving op duurzaamheidseffecten;
- het evalueren van de internationale impact van het beleid.
in het kort |
---|
Dit rapport evalueert de Belgische institutionele mechanismen op federaal niveau aan de hand van de aanbeveling van de OESO inzake beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling en de drie pijlers daarvan:
België beschikt over een solide juridisch en strategisch kader op het gebied van duurzame ontwikkeling, met name een goed uitgebouwde cyclus van plannen en een actieve cultuur van betrokkenheid van de belanghebbenden. De proliferatie van sectorale plannen kan echter leiden tot een versnippering van de inspanningen op het gebied van duurzame ontwikkeling. Terwijl België zijn volgende Federaal Plan voor Duurzame Ontwikkeling (FPDO) voorbereidt, pleit het rapport voor een meer strategische aanpak van PCSD, met duidelijke prioriteiten, doelstellingen en indicatoren. Het versterken van het mandaat van de coördinerende organen, het verbeteren van de transparantie van effectbeoordelingen en het toewijzen van middelen voor de uitvoering van coherentiemaatregelen zullen van cruciaal belang zijn om sneller vooruitgang te boeken bij de verwezenlijking van de SDG's. De evaluatie wordt uitgevoerd op verzoek van het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (FIDO) en maakt deel uit van een groter Europees project dat tot doel heeft de PCSD te versterken. |
Conclusie
België staat voor de uitdaging om zijn sterke institutionele basis te vertalen naar effectieve implementatie en resultaten. Het bereiken van de SDG's is geen taak voor regeringen alleen, maar een gedeelde verantwoordelijkheid die de betrokkenheid van alle sectoren van de samenleving vereist. Het OESO-rapport benadrukt dat de initiatieven ter bevordering van PCSD een bron van inspiratie en leren kunnen zijn voor beleidsmakers, belanghebbenden en de bredere internationale gemeenschap. De uitdaging ligt in het overbruggen van de kloof tussen beleidsformulering en -implementatie, terwijl wordt gewerkt aan een meer gecoördineerde en coherente benadering van duurzame ontwikkeling. Met de ontwikkeling van het volgende vijfjarige FPDO heeft België de kans om deze aanbevelingen te integreren en een voorbeeld te stellen voor andere landen die worstelen met vergelijkbare uitdagingen in het nastreven van de ambitieuze doelen van de Agenda 2030. De komende jaren zullen cruciaal zijn om te bepalen of België zijn potentieel kan realiseren en een significante bijdrage kan leveren aan de mondiale inspanningen voor duurzame ontwikkeling. |
|
Meer info
De inhoud op deze pagina gaat over de volgende SDGs
-
1. Geen Armoede
Beëindig armoede overal en in al haar vormen -
2. Geen honger
Beëindig honger, bereik voedselzekerheid en verbeterde voeding en promoot duurzame landbouw -
3. Goede gezondheid en welzijn
Verzeker een goede gezondheid en promoot welvaart voor alle leeftijden -
4. Kwaliteitsonderwijs
Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang leren voor iedereen -
5. Gendergelijkheid
Bereik gendergelijkheid en empowerment voor alle vrouwen en meisjes -
6. Schoon water en sanitair
Verzeker toegang en duurzaam beheer van water en sanitatie voor iedereen -
7. Betaalbare en duurzame energie
Verzeker toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen -
8. Waardig werk en economische groei
Bevorder aanhoudende, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en... -
9. Industrie, innovatie en infrastructuur
Bouw veerkrachtige infrastructuur, bevorder inclusieve en duurzame industrialisering en stimuleer innovatie -
10. Ongelijkheid verminderen
Dring ongelijkheid in en tussen landen terug -
11. Duurzame steden en gemeenschappen
Maak steden en menselijke nederzettingen inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam -
12. Verantwoorde consumptie en productie
Verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen -
13. Klimaatactie
Neem dringend actie om de klimaatverandering en haar impact te bestrijden -
14. Leven in het water
Behoud en maak duurzaam gebruik van oceanen, zeeën en mariene hulpbronnen -
15. Leven op het land
Bescherm, herstel en bevorder het duurzaam gebruik van ecosystemen op het vasteland, beheer bossen en wouden... -
16. Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
Bevorder vreedzame en inclusieve samenlevingen met het oog op duurzame ontwikkeling, verzeker toegang tot... -
17. Parternschap om doelstellingen te bereiken
Versterk de implementatiemiddelen en revitaliseer het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling